Inleiding
Eenzaamheid (sociaal isolement) is misschien wel de grootste bedreiging voor mensen die ouder worden. Als iemand eenzaam wordt, ontstaat een neerwaartse spiraal, die moeilijk om te buigen is. Met ernstige gevolgen voor de kwaliteit van leven en de fysieke en geestelijke gezondheid.
Met de transitie van de AWBZ naar de WMO wordt versterking van de zelfredzaamheid van ouderen benadrukt en aangemoedigd. Hierdoor – is de gedachte – kan een beroep op de versoberde professionele zorg en hulp worden uitgesteld. Een grote groep ouderen is echter niet in staat om op eigen initiatief hun zelfredzaamheid te vergroten, met als gevolg dat eenzaamheid versneld hun deel wordt. Onlangs is dit beeld door de Landelijke Huisartsen Vereniging onder de aandacht gebracht.
Over het algemeen is er een hoge mate van bereidheid bij mensen om een ander te willen helpen. In het verlengde hiervan is er binnen de gemeentegrenzen een uitgebreide sociale infrastructuur waar hulpvragers kunnen aankloppen.[1]
In de praktijk is er echter een toenemend aantal overbelaste mantelzorgers en een snel groeiende groep van eenzame ouderen. Het lijkt tegenstrijdig, maar een belangrijke oorzaak van dit maatschappelijk probleem is terug te voeren op de mantelzorger en de oudere zelf. In bijna alle gevallen wordt te laat hulp gevraagd. Er is dan doorgaans al sprake van overbelasting en/of sociaal isolement. Eenzaamheid is een sluipend proces en wordt in de laatste plaats tijdig onderkend door de betreffende personen zelf. De oorzaken hiervoor zijn divers; het gaat om een complexe combinatie van weinig familie, schaamte, subjectieve waarneming, onvoldoende vertrouwen in een ander, onbekendheid met de mogelijkheden, en geen of weinig toegang tot de sociale infrastructuur.[2]
Voor een grote groep mantelzorgers en/of ouderen is het daarom wenselijk om tijdig geholpen te worden met het versterken van hun sociale omgeving. In het bijzonder is er de noodzaak tot het versterken van de sociale omgeving tijdens een periode van ziekte of na behandeling in het ziekenhuis. In dergelijke omstandigheden is bij te weinig ondersteuning de kans groot, dat de mantelzorger ernstig overbelast wordt.
Lees verder Plan 3.0 pagina 2/4
[1] Verenigingen en clubs met een sociale doelstelling worden nog te weinig als deel van de sociale infrastructuur opgemerkt, terwijl ze daar een belangrijk onderdeel van uitmaken!
[2] Onder de sociale infrastructuur worden in deze context de lokale clubs, verenigingen en organisaties bedoeld, die aaansluiten bij de hobby’s en interesses van de cliënt.